“Eer uzelve door Eénheid”
Aangeboden door GOD en Zijn Helpers
“Lieve Mensen,
Het wordt Tijd voor Ruimte, het wordt Tijd voor Inzicht want we leven zó benauwd momenteel.
Er is véél waar u zich druk over zou kunnen maken, maar waarvoor zóu u?
Geef Mij eens één Reden waarom u zo zou vechten?
Heeft u dan inmiddels nòg niet geleerd dat u geen Vat heeft op de Toekomst?
En die ook nóóit zult kríjgen?!
Mensen, Míjn Wil is Wet, en dat wéét u.
Maar u zult het nu ook langzaam maar zeker – zo zachtjes aan – gaan erváren:
“God ìs er. En breekt nú dóór.”
Een fijn Gevóel is dat niet voor jullie, want het voelt alsof je jezelf niet meer bent.
Alsof je weer nèt zo loopt te wankelen als in het Prille Begín van deze Ontwikkeling.
Maar Ik zeg u: u bent méér dan ooit uzelf.
Alleen dat zult u opnieuw moeten leren herkennen, erkennen en aanváárden.
Want het komt néér op Aanvaarding.
Aanvaarding dat ik zo gebóren ben.
Aanvaarding dat ik ben wie ik ben; zonder morren en Verbetering.
“Verbetering” komt pas als het Zicht dáár is:
dàn begrijp je wie je bent en kun je weer verder.
Verder in alle Gemoedsrust: “ik bèn er. En mag een Nieuwe Aanvang nemen.”
Dat wil zeggen: in “oude” Staat verder gaan.
Dus: in alle Puurheid, door God u gegeven.
De Puurheid was lange Tijd ondergesneeuwd door Mis-daad, maar het wàs er nog wèl, die Puurheid.
Want dàt gaat nóóit verloren in een Mens; het is alleen soms zo moeilijk terùg te vinden.
Daar gaat een heuse Zoektocht aan vooràf.
Nog éven en het Kerstkind is weer gebóren: door Erkenning van Fouten en Schuld mag en kan een Mens Wedergeboren worden.
Fouten en Schuld moet je anders belichten.
In de Zin van Lessen te leren hier op Aarde.
Buiten je Geweten om een Dwaalspoor gaan om tot Inzicht te komen.
Ik zeg: buiten je Geweten om.
Dat wil zeggen: niet opzettelijk.
Ook al lijkt het nòg zo opzettelijk, het kan nóóit opzettelijk zíjn, want het is Gebrek aan Inzicht.
En daardóór aan Evenwicht, Mensen, en dàt is zo moeilijk.
Dat Geschommel iedere Keer, wanhopig op Zoek naar Evenwicht.
Tòch kàn het niet anders wil je berusten.
Je móet leren dat Fouten er zijn om van te léren.
En juist dáárdoor Evenwicht te bereiken.
Dus NIEMAND ontkomt eraan.
NIEMAND ONTKOMT AAN PIJN EN VERDRIET, ONMACHT EN HET BETER-MOETEN-WETEN-GEVOEL OFTEWEL HET SCHULDGEVOEL.
Mensen, hou òp uzelf te kwellen: u bènt er nog.
U heeft uw Strijd overleefd, en hóe!
Laten we er dan in Gods Naam iets moois van maken: zó helpt u uzelf weer op de Been.
ZELFACCEPTATIE: “zó bèn ik.
En ik ben niet te veranderen.
Wèl kan ik groeien, tot Inzicht komen.”
Inzichten vergaren moet bevrijdend en verrijkend zijn, niet Schuldgevoelvergrótend!
Terugkijkend je “Stommiteiten” = Onwetendheid erkènnen: “ik wíst het niet. Gelukkig mag het nú ÓVER zijn …”
Het is moeilijk te aanvaarden, dit Bericht.
Want voor úw Gevoel staat het vòl Tegenstrijdigheden, terwijl dit de naakte Waarheid is en niets ànders dan dat …
Het Inzicht zàl kómen.
U kunt “meewerken” door u erbij néér te leggen: “ik ben MENS. En ga nú pas begríjpen wat dat inhoudt.”
Een verstoorde en vertroebelde Basis is levensbedreigend, letterlijk en figuurlijk.
Want ga je te vèr buiten het Boekje dan word je door de Maatschappij teruggefloten; opgepakt of weggezet.
Natúúrlijk is dat je Eigen Schuld; je had béter moeten weten.
MAAR ALS JE NOU NIET BETER KÒN WETEN?!
Waarmee het Verhaal niet àf is; het begínt pas.
Sommige Mensen zíjn niet meer te helpen; zij zitten tè vast in het “Dood-door-Schuld”-Verhaal.
Met andere Woorden: tè zeer in de Negativiteit verwikkeld om zèlf nog tot Leven te komen.
En dat is diep diep Triest.
Wees dan blíj dat ú het mag gaan zíen: het Einde nabij.
Het Einde van deze verschrikkelijke Zelfkwelling:
“ik ben niet goed genoeg en kan derhalve de Liefde niet aanváárden.”
Ìk zeg u: u bent wèl goed genoeg.
Alleen uw Kijk op de Zaken moet veranderen.
En daarvoor moet u bereid zijn, bereid om naar Míj te luísteren.
Zonder één Weerwoord:
WORD MENS.
EN HOU UZELF IN ERE.
Dit is zó belangrijk om Kontakten te leggen.
En niet “zomaar” Kontakten: nee, Kontakten voor het Léven.
Want kunt u uzèlf waarderen dan kunt u anderen gaan waarderen door Begrip en
Begrip = Eénheid.
Door Begrip vallen Grenzen weg dáár waar ze Mensen blokkéren.
En dàt mag nu afgelopen zijn.
Als Mensen zichzèlf durfden te zijn was er Duidelijkheid èn Eerlijkheid.
Want ook díe twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: Pijlers van ons Bestaan.
Zolang Mensen hun Schuldgevoel in Ere houden zullen zij niet verder kunnen kijken dan hun Neus làng is.
Schuldgevoel verpest àlles en maakt een Mens bang, bang om te léven.
Geeft een verwrongen Kijk op wat Léven is.
Schuldgevoel = Schaamtegevoel doet een Mens zich klein maken en verstoppen:
“ik kàn en wìl niet gezíen worden.”
Als we dàt eens lòs zouden kunnen koppelen: wat zouden we dàn ríjk zijn.
Zó in Onschuld te leven is een uniek Gegeven wat nog belééfd mag worden.
Mensen, heb Gedúld met uzelf:
het gaat nú om de Acceptátie.
Niet om het Beheersen van van alles en nog wat zodat ons Aanzien vergróót wordt.
Want zó wèrkt het niet: vroeg of laat val je dan tòch weer door de Mand, want je Houvàst is er niet, namelijk: “ik ben ík. En méér heb ik niet te géven …”
Lieve Mensen, Ik heb u zó líef: als u Míj eens kon begríjpen …
Dan zou u gerust zijn, dan zou u huílen van Opluchting:
“ik hoef niet méér te zijn dan ik bèn: gelùkkig maar … ”
De Verkramping mag dan verdwijnen, de Moeheid mag verminderen: je mag weer tot Léven komen en “gewóón” je “Ding” doen …
De schone Schijn eist zijn Tol en brengt ons nú tot Léven: we kúnnen niet meer en moeten het nú opgeven …
Ons Ware Gezicht komt tevoorschijn: zó moet het zíjn.
Zó steekt een MENS ín elkaar.
Vòl Emotie en Verwarring: “ik wéét het niet meer … ”
Pas dàn is de MENS voor Mij bereikbaar.
Wordt er tegen Mij gezegd: “Zegt Ú het maar want nú zit ik volledig Klem … ”
EINDELIJK.
Eindelijk mag Ik dan nú aan het Wèrk: er komt Lucht.
En hóe!!
Lieve Mensen sluit niets meer uít want u kent Mijn Werkwijze tòch niet.
Ga dan alsjeblíeft niet gissen want dàt geeft alléén maar een hele Hoop Verwarring en daar is niemand bij gebaat.
Ik wéét, u kunt dat niet láten: àls u dan maar iedere Keer weer vertrouwt dat Ìk het bepáál …
Mensen, we gaan met zijn allen dóór: het Licht is reeds op gróen.
Waar merkt u dat aan?
Héél eenvoudig: aan uw Verwarring want dàt is een Teken van Groei: het niet meer kùnnen en willen bepalen, en dat geeft (tijdelijk) véél Onzekerheid, Twijfel en Angst.
Angst om te Falen, Angst om het Oude Spoor niet lòs te kunnen laten.
DIT ZAL DE LAATSTE KEER ZIJN.
Hierna – na deze Fase – mag de Angst voorgoed verdwijnen want ànders Leven is niet meer denkbaar èn haalbaar:
HET LICHT MÓET NU OVERWINNEN.
En hóe u ook vecht, u verliest het tòch.
Want u zit in de IJzeren Greep van onze Versmelting en kunt geen Kànt meer òp: GOD zegene u.
Door Zijn Aanraking wordt een Mens weer MENS en dat is het beste wat je kan overkómen:
de Strijd verliezen.
Om als Winnaar uit de Bus te komen.
…Twijfel leidt nú tot Voortgang.
De Twijfel nú moet ons voorthelpen want het stemt ons tot Nadenken: “ik wíl dit niet meer!”
En zó “dwingt” het ons tot Overgave want we worden er zo langzamerhand hélemaal knettergèk van!
Dus: “ik bèn wie ik bèn en dàt is voldoende.”
Er is nóóit gezegd over deze Grenzen heen te gaan, maar de Mens is een “Wereldverbeteraar” en het zal op déze Wijze nooit lúkken!!
Men raakt uitgeput en gedesoriënteerd, want door Vertroebeling stuit men op allerlei Fata-Morgana’s.
Met andere Woorden: Luchtspiegeling.
En een Luchtspiegeling is niet tastbaar, is niet vatbaar en lest je Dorst niet.
De Veiligheid ligt ‘m niet in de Zekerheid, want Zekerheid bestáát niet.
Blijf daarom bij uzelf en probeer zo goed mogelijk uw Gevóel ná te streven: de enige Oplossing naar Duidelijkheid.
En Angst is voor nú de beste Raadgever: we moeten dóór want we kunnen nu niet stil blijven staan.
Lieve Mensen het is al làng volbracht.
Open uw Ogen nu toch eens: dàt verlícht.
Zelfkastijding was een Dekmantel, maar nú niet meer: het belemmert slechts je verdere Groei.
Daarom treedt er nu een Verschuiving op: een héle heftige, maar hij tréédt òp.
Het móet, om de Mensheid te redden en tot Zelfovertuiging te laten komen: de Wereld is enórm aan Verandering/Vervanging onderhevig.
En dit gaat in rap Tempo.
Sommige Mensen zullen zich erin verslikken maar de meesten zullen overeind blijven:
eindelijk gered!
Gered van die zo gruwelijke Ondergang: géén Liefde voor mezèlf kunnen òpbrengen.
Hóe làng nog?
Totdat àlle Rapen gaar zijn, ècht àlle want anders zijn ze niet te éten!
Als het Gerommel is weggestorven breekt de Lucht ópen:
híer hebben we het voor gedaan!
Totale Vrijheid van Hart en Zíel!
Mijn Zegen overkome u.
En zeg niet: “dit is nooit mijn Bedoeling geweest” want uw Taak is voor ú wel degelijk herkenbaar!
U moet alléén leren dat het u niet áán komt waaien …
En dàt is voor sommigen nog een hard Gelag.
Maar ook dáárin komt Verandering: alles wat onaangenaam is moet óók zijn Keerzijde getoond krijgen: eerlijk is eerlijk …
Houd Moed, het belangrijkste wat we voor nú kunnen dóen: de Tijd móet uitgezongen worden.
Om daarná gesterkt weer verder te gaan: geprezen zij de Heer!
Ein-de-lijk Zicht op méér, zodat het “Nut” bewezen kan worden: ein-de-lijk …
Wees dus blíj en niet meer in de Rouw, want dat maakt uw Leed alléén maar zwaarder.
Leer liever met de Stroom méé te zwemmen in plaats van u nog àf te zetten: Overgave.
En nú volledig, zonder gemaar: omdat Ìk het wil.
Leer je af te schermen op gezonde Wijze: dàt is pas een wijze Les.
Geen Ingang meer voor Inbrekers, hóe en wáár dan óók:
het is volbracht en de Storm is gaan liggen.
De Wervelwind waar we nú in terecht komen is alléén maar positief: het brengt ons verder.
Dáár waar we horen te zijn: in de Bekendheid.
En niet meer in de Vergetelheid.
Zó ìs een Mensenleven: vòl van Vreugde, loos van Waan-zin: alles wat ons verrijkt is positief, óók het Negatieve.
Laat dàt een Levensles voor u zijn, zodat u uiteindelijk de Mens mag worden die u in Feite bent: natuurlijk en onnavolgbaar.
Onnavolgbaar wil zeggen: uniek, maar in het Spóór vàn.
Om zó uiteindelijk een Eénheid te kunnen vormen:
“ik ben gelijk aan u. En dáárom kunnen we samen-leven.”
Een Breekpunt, een Punt van Bemoediging: het is volbracht.
De Uitwerking gaat sneller dan u denkt: u moet het willen zíen.
En dan gaat het zó ontzettend snel …
Tegenstribbelen hèlpt niet meer: geef uw Verzet òp en uw Wedergeboorte is een Feit: als ú het wilt.
En u wílt het want u kunt niet meer zònder, zonder Mijn allesomvattende Liefde.
Geef u derhalve néér:
Ik zal u prijzen.
Ik zal u de Weg wijzen, hóe onduidelijk soms ook.
Ik zal voor u bidden en Mijn Helpers omringen u: u staat er nóóit alleen voor.
Richt het Woord tot Mij en Ik zal er voor u zijn: langzaam wordt u zíende.
Raadsels die verdwijnen als Sneeuw voor de Zon: het is volbracht.
Ik mag zíen, ik mag begríjpen: zó steekt het Leven ín elkaar.
Geen half Werk meer, maar volledige Waarheid:
“Ik bèn.”
En pas dàn kunnen wij elkáár ontmóeten.
AMEN.
Leg uw Hoofd in uw Schoot: Ik bèn er voor u.
Uw God, met Verbazing over uw Ongeloof:
nu nòg?!”
20.11.07
09.30 – 12.15 uur
“Kerstgedachte”